Opdracht 6 De grondwet in begrijpelijk Nederlands

 

Wetten zijn vaak moeilijk te begrijpen.

De taal van de wetten is moeilijk.

Als je een moeilijke tekst verandert in een begrijpelijke tekst,

wordt dat vaak “Jip en Janneke taal” genoemd.

Hieronder staan een paar voorbeelden.

 

Artikel 1

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.

Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

 

Iedereen in Nederland is gelijk.

Daarom mag je niet discrimineren, bijvoorbeeld omdat hij of zij

een andere godsdienst of mening heeft dan jij.

Je moet iedereen gelijk behandelen.

Ook als iemand een andere huidskleur heeft.

Ook of het nu een man of een vrouw is.

 

Artikel 4

Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.

 

Dit betekent dat je op een politieke partij mag stemmen als je 18 bent.

Ook mag je zelf gekozen worden als volksvertegenwoordiger.

 

Artikel 5

Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag

in te dienen.

 

Iedereen kan met een groep of alleen een plan maken om aandacht te vragen voor een probleem aan de regering.

Bijvoorbeeld door een handtekeningenactie.

 

Artikel 6

Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

 

Iedereen in Nederland mag geloven wat hij of zij wil.

Alleen of met z’n allen.

 

Artikel 7

7.1 Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 7.2 De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.

7.3 Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.

7.4 De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.

De vrijheid van meningsuiting is erg belangrijk.

Daarom mag iedereen via de krant, internet, de t.v of de radio laten horen wat hij of zij vindt.

Hierbij moet je er wel rekening mee houden dat je geen dingen mag doen die niet van de wet mogen.

Bijvoorbeeld: je mag iemand niet uitschelden of bedreigen.

Er bestaan regels voor de radio en de televisie, maar de regering zal niet van te voren iets verbieden.

Om kinderen onder de zestien te beschermen mogen ze sommige programma’s nog niet bekijken. Dit gebeurt met de Kijkwijzer.

Aan het logo kun je zien of je al oud genoeg bent om dit te kunnen bekijken.

 

Artikel 10

10.1 Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.

10.2 De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.

10.3 De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.

 

Iedereen mag leven op de manier die hij of zij wilt.

Toch moet je jezelf hierbij wel aan de wet houden.